
Ja, lap. Die had ik niet zien komen. Ik heb het nogal voor taal en ben er daarom niet bepaald fier op qua spitsvondigheid, maar het was wel mijn eerste reactie. Voor me staan de professor neurologie en zijn assistente naar me te kijken, zich duidelijk afvragend waar de rest blijft. Maar mijn gedachten zijn even met piepende remmen tot stilstand gekomen en staren in de koplampen van de trein die mij mentaal tegemoet stormt. Een hersentumor. Dat zei hij toch. Dit moet ik mis gehoord hebben. Nog eens kijken naar de twee in witte jassen vermomde onheilsprofeten. De manier waarop zij naar mij staan te kijken ligt wel in die lijn. Drommels.
Wat nu al een paar dagen eufemistisch 'een verweekte zone' wordt genoemd, is een tumor. Je kan je echt niet voorstellen hoe onwerkelijk dat klinkt en hoe traag het gewicht van dat nieuws binnensijpelt. Ik heb kanker. Mijn leven gaat drastisch veranderen. Voorlopig zie ik geen zwart gekapte gedaante met een zeis in de kamer staan, dat lijkt me al een meevaller. Maar dit stond niet op mijn bucket list, dat is zeker.
Mijn hoofd doet op zo'n moment rare dingen. Zoals heel snel beslissen om de mandarijn een naam te geven, om duidelijk te maken dat hij niet bij mij hoort. Eugène de mandarijn. Voilà. Eugène is een ongewenste huurder in mijn hoofd, en reken maar dat ik nu naar de deurwaarder stap om die eruit te laten zetten. Alleen... euh... kan dat? Is dit behandelbaar?
Reactie plaatsen
Reacties